In Discours sur l'origine et les fondements de l'inégalité parmi les hommes (1755) geeft Rousseau antwoord op de vraag: wat is de oorsprong van de ongelijkheid tussen mensen, en berust ze op een natuurwet?
In Discours sur l’origine et les fondements de l’inégalité parmi les hommes (Origineel 1755; meestal afgekort tot Vertoog over de ongelijkheid) schetst Rousseau een eigenzinnig beeld van de ontwikkeling van de primitieve mens tot zijn beschaafde status. Hij onderscheidt de natuurlijke ongelijkheid (van leeftijd en kracht) van de politieke. De natuurtoestand was volgens hem paradijselijk: de primitieve mens, de edele wilde, leefde vrij en onafhankelijk en door natuurlijke selectie gezond; hij leidde een taalloos bestaan zonder rechtspraak en zonder bezinning. Rousseau probeert de oorzaken van de beëindiging van deze ideale toestand te verklaren. Volgens hem stichtte de eerste mens die land afbakende en dit het zijne noemde, de burgerlijke maatschappij, waarmee de mogelijkheid tot oorlog en machtsverhoudingen werd geschapen. Vervolgens deden rijkdom, heerschappij en machtsmisbruik hun intrede.
You need a business account to order this product. You are currently logged in with the email address: .
Would you like to use this email address for your business account?
Use a different email address for business account Use current email address for business account